Verslag PK Indoor - Deel 1
11/01/2025 - Gent - prov Kamp Indoor - Deel I - cadetten & scholieren
Voorbije zaterdag trokken er maar liefst 84 ROBA’s naar de Gentse indoorhal, om er de strijd aan te gaan voor de provinciale titel, en dito schildje, en dat samen met Antwerpse atleten, wiens aanwezigheid voor ene keer er eigenlijk niets toe deed, daar zij natuurlijk hun eigen provinciale competitie voor ogen hadden. Soms waren die een pak beter dan de Vlaams-Brabanders, maar even vaak waren de rollen net omgekeerd. In dit eerste artikel richten we onze pijlen op de cadetten en scholieren, om in een 2° verslag de junioren, seniors en masters de revue te laten passeren.
Cadetten

Voor de meesten van onze cadetten werd het een geslaagd optreden, daar ze maar liefst 7x (6 keer bij de meisjes en 1x bij de jongens) geheel bovenaan het erepodium stonden, alsook nog 3x met zilver en 4x met brons stonden te pronken. En bij de ‘niet medaillewinnaars’ slaagden er dan nog heel wat in om met minimaal één PR-chrono in de uitslag te’ verschijnen, en dan mag je toch stellen dat deze verre verplaatsing zondermeer een nuttige investering was. Denken we aan Britt Vernelen, 8”78, Julie De Swert, 8”80, Mirthe Bakelants, 8”87, Jana Goris, 8”97, Jana Vrijsen, 9”30, en Louise Naert, 9”35, die op de 60m vlak allen die PR-vermelding achter hun naam kregen. Milla Mergaerts, 9”02, en Anna Brück, 9”06, slaagden daar niet in op die korte spurt, maar bij hun bleek het bingo op het 2° nummer, zijnde de 200m voor Milla, in 28”90, en de 60m horden voor Anna, die in 10”24 afklokte. Op die 60m vlak wist van onze zijde alleen Nina Janssens door te stoten naar de finale ronde, later op de dag, en daar was haar tijd van 8”17 goed voor de gouden medaille in Vlaams-Brabant. Een valse start bij een meisje net naast haar, bracht Nina nog lichtjes uit concentratie, maar dat euvel was ze al lang vergeten toen ze geheel bovenaan op het podium verscheen. Ook op de 60m horden, waarvan bovenstaande schitterende foto het podium voorstelt, was er een kort moment van tempoverlies, toen ze op de 2° horde niet perfect uitkwam. Toch daar was zilver voor Nina, met 9”23, het hoogst haalbare, want clubvriendin Fien Peeters dook er voor het eerst onder de fameuze 9”-barrière, en bracht haar PR-tijd op een beresterke 8”95. Het 3° meisje uit Vlaams-Brabant, met de op twee na beste chrono was Kaat Deckers, die een 10”12-chrono liet optekenen, en zodoende voor een totaal aubergine-podium zorgde. Kaat raakte met haar knie overduidelijk de 3° horde, met wat stabiliteitsverlies als gevolg, maar die bronzen plak maakte alles goed. Haar terechte vreugde was hier oprechter dan bij de gouden plak op het polsstokspringen, 2m30, waar ze reeds bij aanvang, als enige provinciegenote, wist dat er geen echte strijd nodig was. Neen, met 3 clubgenoten op het podium, altijd mooie ‘plaatjes’ natuurlijk…

En waar bleef Fien haar 2° medaille …? Wel die kwam er niet, want in de sterkste reeks op de 200m schakelde ze zichzelf uit door een valse start te realiseren, voor het eerst in haar nog jonge sportieve loopbaan … Er zou dus wel eens een supergemotiveerde Peeters in de startblokken kruipen, komend weekend, als er op VAL-niveau wordt gestreden …
6 andere ROBA’s werden niet teruggefloten op dat 200m-nummer, en naast de reeds genoemde mooie PR-tijd van Milla, bleken ook de al eerder geciteerde Mirthe, 29”33, Jana, 29”80, en Julie, 30”62, wederom met een PR-tijd uit te pakken. Ook Eline Dewinter, 31”37, slaagde daarin, terwijl Nette Maes de pech kende om vanuit baan één te moeten starten, maar toch nog een puike 30”50 uit haar mouwen schudde.

Vraag het maar aan Milla, Jana en Eline … (foto’s Dirk S)
Geduld is dus vaak een erg belangrijke eigenschap binnen de atletiek, zeker wanneer je bij een nummer als het hoogspringen de topfavoriete bent, en er onder de 18 concurrenten, de 2 provincies samen, er meisjes zijn die al op 1m10 willen aanvangen. Na het lange wachten, en met een aarzelende opstart (2 pogingen nodig op 1m45 en 1m48…) raasde Noa D’Hollander in één trek door naar een meteen gelukte poging op 1m60. Nadien was het 4u ‘rustig bezig houden’ om een 2° maal het middenterrein te betreden, ditmaal aan de zandbak. Allemaal geen evidentie, en daar kan ook Cato Cauwenberghs over meepraten, want ook zij maakte met 1m35 en 3m66 deze spring-dubbel’.
Pas bij haar 3° poging, 4m93, kwam Noa enigszins ‘juist’ uit voor de balk, en daar zou de enige extra 4° poging niets meer aan toevoegen. Finaal werd ze hiermee 4°, maar daar de 3 betere meisjes van Antwerpse origine waren, mocht Noa rustig haar 2° gouden plak van de dag gaan opeisen. Naast haar trof ze daar de gelukkige Brit Vernelen aan, wiens PR-sprong van 4m49 werd beloond met zilver. Jade Vrijsen tot slot wist na 2 nulsprongen zich nog op te laden tot een PR-poging van 3m79 bij haar 3° en laatste poging.


… samen met de DAK-vriendinnen Mirthe (links) en Louise (rechts) …
We kunnen het hoofdstuk cadetten meisjes bijna afsluiten, alleen Joke Tytgat en Sanne Geets moeten we nog even voor de schijnwerpers brengen. Beiden gingen ze van start om er zo’n best mogelijke chrono te realiseren, en vooral voor Sanne was het een redelijke stap in het onbekende. Finaal kreeg ze een 2’38”50 achter haar naam, een richtpunt, waarop ze nu verder kan borduren bij eventuele komende indoorkoersen. Joke van haar kant wist dat ze op niet te veel hulp moest rekenen wat betreft het nastreven van een toptijd, en die voorspelling bleek ook te kloppen. Dus legde ze er meteen de pees op, en passeerde in 32” na de eerste ronde, wat echt iets te snel is. Eén ronde verder zagen we de klok 1’08” aangeven, en dan wisten we dat ze in de buurt van haar eigen besttijd zou finishen. Uiteindelijk klokte ze af in 2’19”21, wat dus inderdaad iets sneller was dan haar bestchrono van vorig jaar (2’19”49), maar die realiseerde ze in de beresterk bezette Belgisch indoortitelstrijd, terwijl ze dit nieuwe clubrecord geheel in haar eentje realiseerde. Even nog één klein detail … ze liep hier de snelste 800m bij ‘AL’ de vrouwen, ook die van de juniors en seniors … Dat belooft veel ‘goeds’…



En hoe zat het met de cadetten jongens ondertussen? Zagen we ook hen zo vaak richting het erepodium stappen, als hun vrouwelijke clubgenoten?
Neen, slechts 5 gasten hoorden hun naam afroepen doorheen de geluidsboxen, voor zich op te maken richting het erepodium, en dat waren Mathieu Maes, Jaan Tuerlinckx, Aron Ginkels, Lukas Dirckx, en onze spurter Tobias Vansweevelt. De enige met blinkend goud om de hals was Mathieu, door bij het hoogspringen als 4° knaap uit de strijd te komen, maar de gasten voor hem droegen een OLSE-, AVZK- en RAM-truitje, dus die telden mentaal en ceremonieel even niet mee. Binnen de provinciegrens werd er wel fameus geknokt, want 4 Vlaams-Brabanders kwamen tot 1m55, zijnde 3 ROBA’s en 1 DCLA-jongen. De foutenlast, lees het aantal ‘missers’, lag bij Lander Bergen het hoogst, waardoor de bronzen plak in handen viel van zijn 1 jaar jongere kerngenoot Jaan Tuerlinckx. Het zilver verhuisde mee naar Leuven, met de Leuvense springer Jannes Arnout, die éénmaal de mist inging op 1m50, terwijl onze eigen Mathieu vlekkeloos bleef tot en met dat nieuwe persoonlijke record van hem, die 1m55. Dat gemixte kleurenpallet van rood-wit samen met aubergine zagen we wel meer tijdens dit kampioenschap, en al helemaal bij de cadetten jongens. Onderstaande foto’s geven dat ook mooi aan…



Bij het polsstokspringen kwamen zowel Aron Ginkels als Lukas Dirckx uit op een PR-hoogte van 3m00, maar ook hier zorgde de mindere foutenlast ervoor dat de 1°jaars cadet Aron achter de nummer twee mocht gaan postvatten, en Lukas langs links van de Leuvense winnaar stond. Ook onze snelle man Tobias Vansweevelt botste op de rood-witte kleuren van onze Leuvense vrienden, en dat op de 60m. Hij was de enige ROBA die wist door te stoten naar de A-finale, en daar bleek zijn 7”91 goed voor brons. Ook op het 200m-nummer was Tobias present, maar zijn 25”51 was een eind weg van eremetaal, alsook iets te ver boven zijn eigen besttijd, om tevreden te kunnen terugblikken op dat mooie lange spurtnummer. Lias Van Alsenoy liet op de 60m een 8”15 optekenen, terwijl onze 1° jaars cadet Staf Salaets met en PR-tijd voor de pinnen kwam op zowel die 60m, 9”09”, als op het hordennummer, waar hij een 12”38 achter zijn naam kreeg. Een tevreden jonge Betekommenaar dus, iets wat we niet konden zeggen van die andere 1° jaars, onze Mats Smeyers. Als we zijn lieve mama mogen geloven, was hij niet content met de verrichting in de kogelring, hier 8m89, noch met de 1m50 aan de hoogspringstand, waar hij stiekem hoopte op een verbetering van zijn PR-hoogte. Moed niet laten zakken, beste Mats, volgende keer beter …
Scholieren
In deze categorie heb je natuurlijk al enkele ‘vaste waarden’, die tijdens hun cadettenjaren hebben bewezen dat ze de kampioenschapsdruk perfect weten te dragen. Figuren als een Marie Vermeulen, Jolente Alen, Imke Storms, Hanne Smit, Thias Van Rompaey, en Luka Schoolmeesters hebben al voor hetere vuren gestaan dan zo’n basale provinciale titelstrijd. Dat Luka de goede vorm al beet heeft bewees hij door autoritair het laken naar zich toe te trekken aan de hoogspringstand en in de verspringbak. Met een knappe 1m86 en een PR-sprong van 6m24 gaf onze meerkamper duidelijk aan klaar te zijn voor komende zondag, wanneer op VAL-niveau wordt gestreden. Hier ging iedereen voor de bijl, ook de betere Antwerpse kampers maakten geen schijn van kans, en bij het verspringpodium kreeg hij op de bronzen positie nog het gezelschap van zijn goede BETA-vriend Ilias Goossens, die een PR-sprong van 5m54 had laten optekenen, net als Willem De Smit, die op 5m16 uitkwam.

Eénzelfde ‘overwicht’ zagen we Thias Van Rompaey aan de dag leggen ter hoogte van de polsstokstand. Brabander of Antwerpenaar, het speelde allemaal geen rol want met zijn PR-hoogte van 4m35 bleef hij toch iedereen ruimschoots de baas. Het clubrecord van 4m40, dat Stan Vertommen vorig jaar realiseerde, ligt dus meteen in de gevarenzone, zoveel is duidelijk, zeker als je weet dat dit zijn eerste heroptreden was sinds de heling van zijn gebroken pols. Trouwens daarmee was het verhaal van Thias nog niet uitgezongen, want ook op het hordennummer kwam hij aardig voor de dag, met een PR-chrono van 8”78 als extra bonus. Daar was hij in het gezelschap van zijn trainingsmakker Rune Happaerts, wiens fraaie 9”61 goed was voor de 3° beste Vlaams-Brabantse prestatie van de dag, en dus de bronzen plak. Zijn trainer Theresa stond langsheen de zijlijn te glunderen, niet alleen omwille van zijn PR-chrono van 7”93 op de 60m vlak, maar vooral ook door die technisch bijzonder fraai uitgevoerde ‘3 pasritme-koers’ over de horden, waar ze op de training zo de nadruk op legt. De korte overstap naar het veldloopgebeuren (extra ‘uithouding’ opgedaan !) heeft voor Rune dus geen windeieren opgeleverd, wel integendeel!


Wie ook nog een bronzen plak wist binnen te halen was onze 1° jaars scholier Jarne Rymenants, en dat op de 800m. Met zijn 2’10”75-chrono miste hij op een half haar na (enkele duizendsten van een seconde…) de zilveren medaille. Aanstaande zondag duikt hij terug het veld in, meer bepaald op de cross van Herentals. Ook op de 400m was ROBA present, en daar kwam Senne Caers stijlrijk lopend tot een persoonlijke besttijd van 57”40.

Gaan we over naar de jonge dames, waar onze inbreng puur kwantitatief toch een stukje hoger lag.
Op de 60m alleen al waren ze bijvoorbeeld met zes, en ook op vrijwel al de andere nummers liep er wel iemand van ons tussen. Op die 60m kwamen Lore Carchon, 9”47, Roos Witters, 9”47, en Bo Verlinden, 9”31, uit op een PR-tijd, maar dat verhinderde niet dat ze toch de duimen moesten leggen voor Annika Mommaerts en Anneline Smets die respectievelijk een 8”75 en 8”40 achter hun naam kregen. Ook op de 200m zagen we deze laatste wederom terug, maar daar ‘geraakte ze niet in haar ritme’ zei ze achteraf. Net als Marie Vermeulen, wist Anneline zich te selecteren voor de finaleronde op de 60m, maar ook daar voelde ze dat het eerder ‘forceren’ was in plaats van de altijd gewenste ‘ontspanning’ & ‘souplesse’ te kunnen hanteren. Marie van haar kant dook net onder de 8”-grens, 7”99, en daarmee werd ze 2°, na de Leuvense Emma Pil. Vooral op haar 3° koers, die van de 60mH, voelden de benen ‘goed aan’, 9”12, wat resulteerde in een nipte, maar deugddoende zege, en een zeer mooie lach op het ereschavotje!


Dat hordennummer was zo’n voorbeeld van Vlaams-Brabantse overheersing, met de beste Antwerpse pas na het voltallige Brabantse podium. Maar even vaak viel het omgekeerde te noteren. Op enkele proeven was het ‘niveau’ toch echt wel laag te noemen, en ook de ‘nonchalance’ zorgde er voor dat te vaak banen ‘leeg’ bleven, door slecht inplannen of afhaken na één proef, en sommigen het urenlang wachten richting 2° proef niet meer zagen zitten, en de zaak dus voor bekeken hielden. Dit zou toch echt niet mogen kunnen…
Keren we even terug naar die 60mH-wedstrijd, want daar zagen we naast de reeds genoemde Annika, met 10”97, ook nog Bette van Rompuy aan het werk, en zij realiseerde er een 11”36-chrono., naast haar 1m40 bij het hoogspringen.
Eén van de mooiste koersen om volgen was de fraaie 400m van ons trio, Finn De Coster, Mona Vandeninden en Elisa Lopez. Elisa ‘wie?’ horen we u al denken … Wel dit nieuwe ROBA-meisje was tot vorig jaar aangesloten bij Duffel, maar na een verhuis van het gezin Lopez richting Haacht, kwam deze jonge dame bij onze HERA-kern aankloppen, meer bepaald bij het team van het trainerstrio Yo & Nathalie & Theresa. Hier zagen we Elisa alvast afkloppen na 1’10”97, in het spoor van 400m-debutant Mona, die meteen op 66”49 uitkwam. Finn zat, mede door die schitterende 61”25 van vorige zomer, hier in de sterkste reeks, en dat deed ze vol overgave. Ze schoof perfect mee op waar nodig, en via een sterke slotronde kwam ze uit op een fraaie 62”35, wat hier in de hal goed was voor zilver eremetaal. Hopelijk geraakt ze stilaan echt zelf overtuigd van het feit dat deze zware, maar oh zo bijzonder mooie afstand vroeg of laat wel eens haar topdiscipline wordt, al dan niet met hindernissen onderweg. Ons moet ze in ieder geval niet meer overtuigen.



Samen met trainingsvriendin beoefent Finn ook het polsstokgebeuren, waarvan de wintertrainingen trouwens plaatsvinden in Wespelaar. Hier resulteerde dat trouwens alweer in goud voor Hanne, 2m95, en zilver voor Finn, die op 2m30 uitkwam. Hanne zagen we trouwens ook nog acteren op de 200m, waar ze 30”81-chrono achter haar naam kreeg.
Daarmee was onze medailleoogst trouwens nog niet volledig, want ook Jolente en Imke hadden we nog achter de hand, en deze 2 dames stelden niet teleur. Bij haar 4° en laatste poging kwam Imke uit op 10m59, en alleen 2 Leuvense dames kwamen nog verder dan haar.

Op de 800m zat Jolente in de sterkste race, en wist daardoor welke tijd oké was om het goud binnen te halen. Zo had bijvoorbeeld Sarah Prenen al een 2’49”49 achter haar naam staan. Alleen vertrok Jolente vanuit baan 6, en het duurde best een tijdje vooraleer iedereen zijn positie had ingenomen richting de boord. Het was pas haar 2° indooroptreden ooit, en of je het nu gelooft of niet, zo’n indoorkoers perfect afwerken vereist toch wat ervaring. Erg korte ‘rechte stukken’ en veel ‘bochtenwerk’ hier posities winnen is echt geen evidentie. Jolente zei achteraf dat ze schrok toen ze de bel hoorde, want ze hing nog steeds in 5° positie, en van inhalen was nog nauwelijks sprake.
Eens de meet gepasseerd oogde ze nog verrassend fris, en met haar 2’22”70 was het al snel duidelijk dat het Vlaams-Brabantse goud mee naar Begijnendijk zou verhuizen. De net genoemde Sarah was ook actief aan de verspringbak, 4m18, net als Roos Witters, die 3m85 achter haar naam kreeg.


Morgen bekijken we de rest van deze meeting, dan door de bril van onze juniors, seniors en masters.
We hebben m.a.w. nog een eind te gaan …
rudy