Verslag KVV Indoor Cad/Sch
19/01/25 - Gent (VAL-kamp)
4x goud, 2x zilver en 2x brons !

Het ene jaar is het andere niet, maar ons hoort je echt niet klagen …
In 2024 waren we met 12 stuks eremetaal het op één na beste team, na KAAGent, die 13 stuks bij mekaar wisten te sprokkelen. Zij hadden toen wel minder goud dan wij, want onze finale score stond op 3x brons , 2x zilver en maar liefst 7x goud.
Ditmaal strandde ROBA dus op 8 stuks, wat nog steeds een zeer fraaie top-3 score is qua clubresultaat, waarbij we deze keer in het uitstekende gezelschap zaten van AVT met 9 medailles, en onze goede buren van DCLA, die 10x naar het erepodium werden geroepen. Opmerkelijk daarbij is dat de rood-witte vrienden het wel zonder enige gouden plak moesten stellen, want hun score was netjes verdeeld over 5x zilver en 5x brons. Minder dan de helft van de VAL-clubs, 40 om precies te zijn, wisten ditmaal één of meer medailles binnen te halen, doch amper 8 teams kwamen op een eindscore van 5x eremetaal of meer. Naast de reeds genoemde clubs DCLA (10 = 0-5-5), AVToekomst (9 = 3-3-3) en ROBA (8 = 4-2-2), wisten ook Lyra-Lierse (6 = 1-1-4), STAX (6 = 2-1-3), AVKA (6 = 2-1-3), Houtland (6 = 3-2-1) en Looise (5 = 4-1-0) zich boven de grijze middenmoot op te hijsen. Opmerkelijk was de volstrekt miserabele oogst van KAAGent, die vorig jaar dus de koploper waren met 13 stuks, en amper 12 maanden later, voor eigen volk, met … ‘lege handen’ achterbleven...
Nogmaals … ‘ons hoor je echt niet klagen’...
Vooraf wisten we dat die 12 medailles van vorig jaar moeilijk haalbaar zou worden, want het wegvallen van figuren als een Stan Vertommen & Kobe Coenen, beiden immers juniors geworden, vang je niet op in één handomdraai, zeker als je ook nog toppers als een Ella Hauquier moet missen wegens een blessure. Ook Robbe Vandamme, vorig jaar nog goed voor brons op de 800m, heeft net iets te lang in de lappenmand gelegen, om hier al een rol van betekenis te komen spelen. Meer zelfs, bewust is hij momenteel zijn ‘fysieke kunnen’ progressief aan het heropladen via het veldlopen, zoals je in het verslag van Herentals kan lezen.
Ja, 100% gezond zijn is wel een basisvoorwaarde, los van het fysieke kunnen, om eventueel te scoren op zo’n Vlaamse titelstrijd. Vandaar ook dat Anneline Smets en Lotte Huenaerts met beperkte ambities de Gentse hal binnenstapten, daar beiden de dagen voordien ongewild gastvrouw waren van één of ander virus. Lotte zag daardoor niet alleen haar deelname aan het provinciaal kampioenschap in rook opgaan, maar zelfs nu nog bleef een aanhoudend hoestje haar parten spelen. Vandaar ook dat ze koos voor de 200m in plaats van de haar gebruikelijke 400m-afstand. Anneline was vorige week al wel van de partij, maar dat werd natuurlijk een off-day, en die zorgde meteen voor de nodige twijfels. Beide meisjes zaten in de 2° reeks, en na afloop zagen we gelukkig tweemaal een mooie brede glimlach opduiken. Anneline won, na een eerder voorzichtige start, de race in een nieuwe PR-tijd van 26”72, en ook Lotte dook onder haar eigen indoor-besttijd, en verbeterde zich tot een 27”15. Vooral hun ‘doortrekken’ tijdens de laatste 100m was mooi om zien. Uitgerekend op dat punt stond trainer Inge gepositioneerd, om Anneline verbaal een laatste stroomstoot te geven.
Zo zie je maar dat ‘veel goesting’ het soms haalt van opgedane wedstrijdritme en reeds specifieke sprinttraining, en dat belooft voor beide meisjes veel moois richting de volgende wedstrijden.

Inge was na afloop van deze titelstrijd bijzonder fier over haar gasten, niet alleen over hun geleverde prestaties, maar vooral op de manier van hun ‘presence’, de wijze waarop ze hun inspanning ‘uitstraalden’. Iedere trainer krijgt op zo’n titeldebat ups en downs te verwerken, maar deze keer bleven die laagtes voor haar achterwege. Het zijn de atleten die het moeten doen natuurlijk, maar dat laatste schouderklopje, die finale peptalk net voor de inspanning … ze zijn de extra brandstof naar fraai presteren. Onderstaande foto’s zijn dan ook niet weg te denken op zulk type kampioenschap…

Ook Noa D’Hollander zagen we aan het werk op die reeds vernoemde 200m-discipline, en daar onderstreepte ze haar ‘veelzijdigheid’, door niet alleen de 1° reeks vlotjes te winnen, maar vooral in de uiteindelijke 7° beste tijd, met een nieuwe PR-chrono van 26”87. Haar hoofddoel, het hoogspringen, lag toen al enkele uren achter de rug, waar ze voor goud had geduelleerd met haar eeuwige rivale Amélie Coenen van AVToekomst. Beiden hadden er de 1m61 al overschreden, maar Noa deed dat bij de 2° poging, terwijl het Limburgse meisje er 3 sprongen voor nodig had. Dus werd de lat op 1m64 gelegd, en bij Noa’s 3° poging scheelde het maar een haar… Ook Amélie had al 2 missers op die hoogte, dus bij een derde falen hing het goud om de hals van onze ROBA-dame. Alleen het AVT-meisje miste niet, en trok dus finaal het laken naar zich toe, waardoor er zilver was weggelegd voor onze jonge atlete uit Boortmeerbeek. Dikke proficiat, voor Noa, met dat mooi eremetaal!


Die oververdiende proficiat geldt ook voor onze Luka Schoolmeesters, die op datzelfde hoogspringnummer eveneens zilver wist binnen te halen voor onze club, maar dan bij de scholieren jongens. Net als bij Lotte en Anneline hadden de virussen hem goed te pakken, want fameus verkouden de dagen voordien, maar Luka is een competitiebeest, en zeker bij zo’n titelstrijd tast hij meteen nog wat dieper in zijn krachtenpotentieel. Als 1° jaars scholier liet hij hier een PR-hoogte van 1m93 optekenen, en alleen de ACW-atleet Mohamed-reda Chemmakh bleek nog over betere papieren, 1m98, te beschikken. Luca pikte als meerkamper ook nog het 60mH-nummer mee, en ook hier verbeterde hij zijn PR-tijd, en bracht hem op 8”46. Hiermee werd hij 5° in de finale, na eerder al in 8”47 te hebben afgeklokt, in de reeksen.


In diezelfde 3° reeks 60mH zat, in baan 8, Luka’s clubgenoot Rune Happaerts, en ook die schudde er een PR-tijd van 9”34 uit de mouwen, nadat hij eerder op de dag al een 8”06 had laten optekenen op de 60m vlak. Bij de cadetten jongens zagen we eveneens ROBA’s op dat korte spurtnummer, met ondermeer een direct duel tussen Tobias Vansweevelt en Mathieu Maes, broederlijk naast mekaar in baan drie en twee. Via een blitzstart zette Mathieu zijn trainingsvriend meteen onder druk , en die moest echt alle zeilen bijzetten om hem nog terug te pakken. Met een 7”89 voor Tobias en 7”91 voor Mathieu was het dus spannend tot aan de streep, en vooral Mathieu zagen we stralen, want hij had meteen door dat er een nieuwe PR-tijd zat aan te komen. Voor het eerst dook hij onder de 8”-grens. Iets eerder, in de eerste reeks, had onze 3° cadet in koers, DAK-loper Lias Van Alsenoy, al een tijd van 8”23 achter zijn naam gekregen. Tobias en Mathieu zagen we trouwens nog een 2° maal terug hun spikes aantrekken, ditmaal voor een 200m, 25”50-chrono voor Tobias, en voor de 60mHorden in geval van Mathieu. Daar kroop hij in de 3° reeks, samen met Aron Ginkels, fraaie PR-tijd van 9”73, en Lukas Dirckx, 10”71, in de startblokken, en klokte af na 9”44. Niet alleen een nieuwe PR-tijd, maar daarenboven ook goed voor een finaleplaats, waar hij het moest opnemen tegen stuk voor stuk grotere gasten. Onderstaande foto is alleszeggend …


Maar ook daar scherpte Mathieu zijn besttijd nog wat extra aan, tot 9”39, en hij was meteen ook al aan het brainstormen waar er volgende keer nog winst te boeken viel. Zijn analyse viel op … ‘de passage van de 1° horde’.
Aron en Lukas van hun kant zagen we ook nog terug aan de polsstokstand, en beiden kwamen daar uit op 2m90. Diezelfde hoogte stond ook achter de naam van Hanne Smit, en dat was natuurlijk niet het resultaat waarop onze sterke jonge dame had gerekend. Voor het eerst sinds lang stond ze eens niet op het podium, en dat was natuurlijk even slikken… Al de andere atleten van onze HERA-kern zaten wel op niveau, zoals de reeds genoemde Rune, of een Imke Storms (zie foto hogerop, met Peter), die hoopte op een 11m-worp in de kogelring, en met 10m99 ei zo na op haar wenken werd bediend. Ook Finn De Coster etaleerde alweer haar talent, door in de 3° serie 400m een 62”32-chrono neer te zetten. Ondergetekende kijkt echt uit naar de komende zomer, om haar bezig te zien op een buitenpiste…
De vaandeldrager van onze Wespelaarse kern is natuurlijk Thias Van Rompaey, en ook ditmaal stelde hij ons niet teleur. Na zijn 8”93 op de 60mH, ging vervolgens de concentratie en aandacht uit naar de polsstokstand, en niet zonder resultaat. Hij had de gouden plak al binnen via een geslaagde eerste sprong op 4m30, en ook op 4m40 liet hij een zeer sterke indruk na, want op een haar na miste hij deze hoogte. Met zijn 4m35, gesprongen op 11 januari, staat onze topper momenteel knap 2° op de Belgische ranglijst, na de MOHA-atleet Owen Verset. Dat belooft wat te worden op 1 maart, wanneer het Belgisch kampioenschap in Louvain-La-Neuve op het programma staat.
Knap gedaan, beste Thias!

En nu we toch bij de gouden plakken gekomen zijn, kunnen we meteen op dat elan verder gaan.
Met Joke Tytgat zitten we meestal direct op kruissnelheid wat medailles betreft, en zeer vaak zijn ze van de meest begeerde kleur. Ook ditmaal was het bingo, en daarvoor had ze de 800m uitgekozen. Meteen zette ze zich op kop, en nog voor half koers was het overduidelijk wie hier heer en meester was. De gastsprekers op de livestream hadden het over ‘moeiteloze demonstratie’, en ‘rustige stijl’,
al zullen de concurrenten over dat laatste misschien wel een ander idee genegen zijn. Joke kroonde zich tot VAL-kampioene, en dat in een tijd van 2’20”25. Net als Thias staat Joke op de 2° plaats in de Belgische ranglijst, achter een zekere Marie-Alix Bonassi, aangesloten bij Atletiek Zuid-West, maar die hier de confrontatie blijkbaar uit de weg ging.


Voor de 2 resterende gouden medailles mochten we gaan aankloppen bij onze 2° jaars cadet Fien Peeters, die je al op de openingsfoto van dit artikel bent tegen gekomen. Zij pakte in Gent uit op zowel de 60m horden, als op de 200m, en telkens was het ‘puur genieten’ geblazen. Net als bij Joke waren de livestream commentatoren behoorlijk onder de indruk, en hun ‘ze stormt er vandoor’ was geen buitensporige zinssnede, maar een juiste weergave van de zuivere realiteit. Aan de startzone van de 60mH valt ze al meteen op, door zichzelf iets meer ruimte te verschaffen aan de lijn, waardoor ze veel beter uitkomt t.h.v. de eerste horde. Met de winst die ze daar opraapt compenseert ze dubbel en dik het beperkte verlies bij het startschot. Haar stijlrijk lopen is ook al zo vaak aan bod gekomen, dat we deze keer ons echt kunnen beperken tot de ware cijfers… 2 wedstrijden, 2 persoonlijke records, zijnde 8”79 en 25”28, wat tevens ook 2 nieuwe clubrecords bleken. We hadden het daarnet over de Belgische jaarranglijst, wel ook daar staat ze met beide chrono’s geheel bovenaan, en op het hordenummer vinden we haar in de tabel ‘aller tijden’ terug op de 10° positie !. Grote zus Noor stormde meteen naar beneden om een oververdiende knuffel aan te reiken. Schitterend, beste Fien!

Zoals je op die openingsfoto kon zien was haar trainingsmakker Nina Janssens van zeer dicht bij getuige van Fien haar huzarenstukje op dat hordennummer. Ook Nina had hier een pittig traject af te werken, want 2 proeven betekent in haar geval, met haar ‘klasse’, 4 wedstrijden, immers 2 finales. Haar hoofddoel lag bij de horden, en dan was het qua ‘vertrouwen opdoen’ meteen zeer relevant om haar reeks te winnen. Net als Fien hanteert ook Nina die technische aanpassing van ietjes achter de lijn te starten, zij het minder uitgesproken als bij Fien, en dat resulteerde in een blitzstart in die finale. Buiten haar clubgenote slaagde alleen Elena Cespedes van AVT er nog in om haar terug bij de kraag te vatten, maar haar tijd van 9”09 is de 7° prestatie momenteel in België. We zien stilaan de Nina terug van voor haar fameuze val, bijna één jaar geleden, en vooral ze loopt terug zonder ‘angst’… Op haar ander nummer, de 60m vlak, bereikte ze evenzeer de finale, na winst in haar reeks met een 8”12-chrono, maar om 15u05 was ze al aan haar 4° wedstrijd toe, en was het vet al een beetje van de soep, met een 7° plaats in 8”20.

Op die 60m horden voor cadetten meisjes waren nog 2 andere aubergine-meisjes actief, zijnde Kaat Deckers en Anna Brück. Anna is zelfs pas 1° jaars, maar dat weerhield haar niet om hier in het hol van de leeuw haar persoonlijk record aan te scherpen tot een 10”17-chrono. Kaat zat in serie 1, maar zij kon haar tijd van 9”89 niet verbeteren, want kwam uit op exact 10”00 rond.
We hebben al het goud van Thias, Joke en Fien (2x), zien passeren, alsook het zilver van Noa en Luka, en het brons van Nina. Dus nog één medaille hebben we te goed, en tot onze grote vreugde zorgde daar Marie Vermeulen voor. Vorig jaar kwam ze één duizendste van een seconde te kort voor een bronzen plak, maar die ellende is haar deze keer bespaard gebleven.

Net als Nina werkte ook Marie de 60m en 60m horden af, en ook in haar geval, met haar talent, betekent dat 4 koersen op enkele uren tijd. Om 10u15 waren er de series 60m vlak, en in de 3° reeks klokte ze als winnares af, in 8”01, wat pas de 5° tijd was. Dus viel er nog iets recht te trekken in de finale, en daar lukte ze op knappe wijze in. Met een chrono van 7”91 rende ze er naar de 3° plaats, en dus bronzen plak, en je zag dat dit haar enorm veel vreugde opleverde. Achteraf zei ze dat ze vooral trots was op haar finalerun 60m horden, waar ze 4° werd in 8”93, en dus buiten de medailles viel, maar mentaal haar dat een enorme boost gaf. Mooi om zien hoe deze hardwerkende jonge dame zo’n mooie beloning kan binnenhalen voor al dat vele trainingswerk.
Iedereen gunt het u van harte, beste Marie !
Rudy