Jaaroverzicht ROBA CAD - MASTER

Beste ROBA-vrienden.

We zijn ondertussen halverwege november. Normaal zouden we op dit moment volop in het nieuwe veldloopseizoen zitten. Normaal zouden we enkele weken geleden ook onze kampioenenviering gehad hebben. Maar momenteel is jammer genoeg niets normaal. Geen kampioenenviering, geen veldlopen en ook geen viering voor ons 20-jarig bestaan op 17 oktober.
Het winterseizoen was nog redelijk normaal verlopen, maar vanaf half maart is ons leven, en dus ook onze geliefde atletieksport, volledig stil gevallen. Gelukkig hebben we toch nog een kort zomerseizoentje kunnen beleven vanaf 1 augustus en hebben we toch nog een reeks kampioenen en medaillewinnaars op kampioenschappen mogen optekenen.

Ondanks het wegvallen van een groot deel van het zomerseizoen hebben wij als club toch nog kunnen tonen dat wij, dankzij onze talrijke helpers en sympathisanten, ook in moeilijke omstandigheden voor prachtige organisaties kunnen zorgen. De veldloop in Wespelaar was een succes en ondanks storm Kyara was onze Crosscup in Rotselaar een van onze beste edities.
In het korte zomerseizoen hebben we dankzij twee micro-meetings en twee ‘clubmeetings’ onze ROBA-atleten toch nog enkele wedstrijden kunnen bieden.

Omdat we onze kampioenen jammer genoeg niet in de bloemetjes hebben kunnen zetten, hebben we onze verslaggevers Rudy en Raymond gevraagd om een mooie bloemlezing te geven van het afgelopen atletiekjaar. U zal merken dat het weer een prachtig verslag is geworden en we willen hen dan ook van harte bedanken voor hun prachtige bijdragen die ons altijd veel leesplezier bezorgen.
Samen met hen kijken we alleszins uit naar betere tijden. We hopen dat vanaf 1 januari 2021 alsnog het veldloopseizoen op gang geschoten kan worden en dat het zomerseizoen van 2021 min of meer normaal kan verlopen met veel kampioenen, die we dan volgend jaar in oktober dubbel zo hard kunnen vieren.

We wensen jullie veel leesplezier en veel succes in het nieuwe seizoen.

Dirk

ONS 20 JARIG BESTAAN … IN STILTE BELEEFD …

Beste ROBA-vrienden, de avond van zaterdag 17 oktober stond al ruim driekwart jaar bloedrood aangekruist in de agenda van ieder ROBA-bestuurslid, omdat we op die fameuze dag ons 20-jarig ROBA-bestaan zouden vieren. En het opzet was geen ‘tussendoortje’, geen niemendalletje waar snel een glaasje werd gedronken na een speech van nog wat verdwaalde founding fathers van destijds. Neen, naar analogie van het vorig jaar gevierde 40-jaar BETA-feest was het net de bedoeling om er vooral een geweldig ‘gezellig samenzijn’ van te maken, met alle huidige ROBA’s, alsook hun collega’s van het eerste uur (gebroeders Lenaerts, Klaartje Kennis, Frank Van der Meeren, Marjolein Lindemans, Willem Van Hoof, Bart Van Deursen…). En daar stopte het niet bij, want ja zelfs de toppers die nooit een ROBA-trui hebben aangehad, maar wel als PAKT-atleet, WESP-hoogspringer, HERA-spurtster, DAK-werper of BETA-loper zo sterk uitpakten, dat ze nu nog steeds in onze ROBA-clubrecordtabellen vertoeven, ook zij zouden we met veel respect en bravoure hebben verwelkomd. In iedere kern waren al mensen aangeduid om die witte merels van destijds (een Rudi De Wyngaert, gebroeders Verhoeven, Gunther Methot, Geert Eeckhout, Gust Verstraeten, Patrick Steemans, Yves Sneyers, Sofie Elsen, Gerda De Haes, Kim Gevaert … en nog talloze anderen …) op te sporen en meteen ook uit te nodigen.
Op het 40 jaar-feest van BETA slaagden we erin om op dezelfde manier heel wat ‘wie we hier hebben!’-momenten te creëren, dat veel meer emotie en vreugde oplevert dan lange vervelende speeches van Jan en alleman. Daarenboven zouden we, net als in Betekom vorig jaar, een ‘herinneringsmuur‘ voorzien, met daarop honderden foto’s van weleer, die meteen als insteek zouden dienen voor het oprakelen van individuele succesmomenten of het terugblikken op onvergetelijke teamprestaties, zoals intercluboverwinningen. Niet het zaaltje Berke Verhaegen, maar wel de … volledige sporthal van Wespelaar met de aansluitende kantine hadden we vastgelegd voor dit groots event, deels omwille van het groot aantal te verwachten aanwezigen, maar ook omdat heel wat oude gloriën net van die regio afkomstig waren. Enkele leden van de kernen Diest, Hera en Beta waren al volop bezig met de ‘voorbereiding’ (namiddagprogramma voor de jeugd met alles erop en eraan, avondprogramma voor de rest …) tot een vies beestje kwam overwaaien vanuit de Chinese hoogvlakte, en gans de wereld nu al driekwart jaar in de tang houdt. Geen feest, geen ‘gezellig weerzien’, ja zelfs geen … jaarlijkse kampioenenviering …

Dat ‘gezellig samenzijn’ kunnen we natuurlijk niet rechttrekken met een artikel als dit, maar die jaarlijkse ‘kampioenenviering’ dat valt wel enigszins op te vangen via het geschreven woord.
Laat ons dit meteen koppelen aan een soort beperkt jaaroverzicht, vooral dus toegespitst op de mensen die een medaille wisten binnen te halen, en dat we netjes uitsmeren over 2 artikels, dit, handelend over cadetten tem masters, en eentje later over de benjamins tem miniemen.

DEEL I: cadetten tot en met Masters

Dat klotevirus heeft niet alleen ons ROBA-feest naar een latere datum (wanneer moet nog worden vastgelegd …) doen verhuizen, maar daarenboven ook gans het zomerseizoen in een wurggreep gehouden. En het is maar zeer de vraag wanneer het seizoen 2020-2021 zal worden losgelaten, het veldloopgebeuren, maar vooral ook aan het indoorcircuit. Onze spurters en werpers, die van dit laatste zo afhankelijk zijn, dreigen het gelag alweer te moeten betalen. Een afstandloper kan ondanks alle beperkingen nog perfect het bos induiken, maar circuit- en of krachtrainingen indoor zijn nog niet aan de orde van de dag … Maar laat ons optimistisch blijven, en de veerkracht van vooral onze jonge atleten niet onderschatten. Zij waren nochtans de voornaamste slachtoffers van de beperkingen tijdens de voorbije zomermaanden.

De wintercampagne begon zoals vanouds met een aantal regionale crossen (o.m mooie editie in Wespelaar) en ook het indoorgebeuren kende z’n gewone gangetje, waarbij er een duidelijke toename aan interesse viel te bespeuren bij onze jongeren. We maakten daarenboven een provinciaal crosskampioenschap mee (Gooik), in een zuivere retrostijl van pakweg begin jaren zeventig van de vorig eeuw. Een karrevracht medailles was er onze buit, waarover later meer.

Maar begin februari begon moeder natuur plots ons al signalen te geven dat er onheil op komst was, en dat eerst onder de vorm van verschillende voorjaarsstormen, netjes verdeeld over een aantal zondagen, zoals u zich waarschijnlijk nog zal herinneren. Zowat gans het sportgebeuren lag telkenmale stil (voetbal, veldlopen, veldrijden, ja zelfs indoor … omdat de toeschouwers werd aangeraden thuis te blijven …), zo ook op die fameuze zondag 9 februari. Zelfs het heilige veldrijden durfde het niet aan, Vlaanderen was dood … op dat ene stipje na, daar vlak aan de rand van het meer in Rotselaar.
Net als het dorpje van striphelden Asterix en Obelix hielden wij in ons eentje, op eigen kracht, stand tegen de natuurelementen en de eraan gekoppelde KMI-waarschuwingen, wat door heel veldloop minnend België enorm werd gewaardeerd. We onderstreepte andermaal ons ‘organisatorisch kunnen’, ook ten aanzien van crosscup-organisator Jos Van Roy. Deze laatste was daarmee nog niet uit de gevarenzone, want ook het finale sluitstuk van zijn CrossCup-competitie, het Belgisch kampioenschap in Laken-Brussel, dreigde kopje onder te gaan aan het noodweer, in zoverre zelfs dat ook die datum diende aangepast. Door al de corona-ellende van de voorbije maanden zijn we die story van dat uitgestelde nationale titelgevecht mogelijk al vergeten … Zelfs bij de aldaar aanwezige Roba-medewerkers, die trotsvol zullen terugblikken op hun geleverde werk daar in het park van Laken, is dit al niet meer dan een ver lichtpuntje uit een verleden dat ondertussen al zo ‘anders’ aanvoelt …

Op datzelfde ogenblik waren de skioorden in de Oostenrijkse en Italiaanse Alpen volgelopen met enthousiaste wintertoeristen, die hun hartje gingen ophalen in de gezonde berglucht, en nadien de stress van de voorbije wintermaanden van zich af wisten te schudden op de diverse Après-ski feestjes. Deze mensen valt niets te verwijten, want zij wisten zeer weinig tot niets van die virale hotspots, laat staan dat ze zich schuldig hoeven te voelen over de verspreiding die ze op het thuisfront ongewild realiseerden. Dit staat trouwens in schril contrast met de dames en heren die 3 weken geleden nog stonden aan te schuiven in de Brusselse Nieuwstraat of op de Antwerpse Meir, en mogelijk inmiddels de recentste lichting patiënten vertegenwoordigen, waar ondergetekende mee te maken krijgt.

Ondertussen kent iedereen het vervolg van het verhaal … een volstrekt atletiekloze lente (maart, april, mei), die nog een verlengstuk kende tot halverwege de zomer, want ook in juni en juli werden alle wedstrijden netjes weggegomd. Geen beker Van Vlaanderen, geen interclub, geen provinciale titelstrijd, en quasi geen Flanderscup-meetings … kortom een ware kaalslag van het klassieke voorseizoen richting de nationale kampioenschappen. Achteraf is het natuurlijk gemakkelijk praten, en we weten beter dan wie ook dat de beste stuurlui aan wal staan, maar we kunnen nu toch wel stellen dat de situatie in juli voldoende safe was om wel wedstrijden af te werken, zij het natuurlijk onder de strikte corona proof voorwaarden die we ook in augustus en september gepresenteerd kregen. In het buitenland stond trouwens het licht toen al op groen, en enkele van onze atleten staken meteen de grens ook over.

Nog veel erger is het feit dat de Nationale bond nadien vooral de jongeren in de steek heeft gelaten, door niet alles op alles te zetten voor hun nationaal kampioenschap. We krijgen het aan geen enkel weldenkend mens uitgelegd dat onze masters wel in het jaarboek zullen verschijnen met een overzicht van de Belgische titels, terwijl bijvoorbeeld onze juniors volledig in de kou bleven staan… niets provinciaal, niets Vlaams, niets Belgisch … zowel individueel als in groep… helemaal niets…
En begrijp me niet verkeerd, mijn respect voor mijn eigen sportieve leeftijdsgenoten is volstrekt oprecht, Raymond en ikzelf schrijven met veel passie over de topverrichtingen van de masters, en uiteraard was ik blij dat zij wel hun voornaamste wedstrijd van het jaar, die van de Belgische driekleur, konden afwerken. We hebben immers binnen onze masters rangen zo veel toppers rondlopen, dat zo’n titelstrijd garant staat voor pure clubpromotie.
Alleen … volgend jaar zijn zij nog steeds master, terwijl onze 2° jaars juniors hun categorie ondertussen finaal ontgroeid zijn, er een nieuwe kans zich … NOOIT meer aanbiedt om nog een juniorsmedaille te gaan ophalen. Zelfs in volstrekt ‘normale’ atletiekjaren gaat die leeftijdscategorie een moeilijke periode tegemoet (studeren, werken, niet meer in hotel mama, …) en houdt iedere trainer z’n hart vast met de gedachte van … ‘wie van mijn gasten overleeft die natuurlijke selectie …?’  

En ook puur medisch/preventief was de logica enigszins zoek, want het aantal deelnemers op z’n juniors-kampioenschap ligt waarschijnlijk niet hoger dan bij de masters, maar deze laatsten werden dus … wel in groep de piste opgestuurd. Op onze COVID-bedden liggen niet meteen veel 18 jarigen, maar spijtig genoeg zijn het mensen vanaf de M-55 leeftijd en ouder die beroep doen op onze zorg. Kortom, de nationale bond sloeg de bal hier mis, en had samen met de clubs er MOETEN voor gaan, als het moest zelfs verspreid voor diverse locaties, en diverse data. Bijzondere tijden vergen immers bijzondere oplossingen, om zo weinig mogelijk volk samen te brengen. Alleen moest de bond dan naar die diverse plaatsen een manneke sturen met de nodige medailles. Alles was beter dan het voorbije … niets doen …

Projecteert het eens op onze eigen atleten … dan besef je pas het … oneerlijk.
Welke clubs zouden onze jongens als een Yvan-Kevin Shumbusho, Lode Wuyts, Han Raets, Lenn Teugels en Yorick van de kerkhove van een 4x1500m medaille hebben afgehouden? Onze vrienden van DCLA zouden waarschijnlijk kwaaie klanten geweest zijn (hun 4° man?) voor de gouden plak, maar wie nog meer …? Alleen al om hetgeen deze gasten de voorbije winter uit hun mouwen schudden (Lode, Han, Lenn en Yorick wonnen crossen, of waren niet van de podiums weg te houden!) is hun onrecht aangedaan door niet vol te gaan voor hun nationale titelstrijd. Yorick (zilver) en Glenn (brons) trotseerden niet alleen het Gooikse slijk en het snelle circuit aan de plas in Rotselaar (brons voor Yorick, KVV cross), maar gaven ook gedurende die korte pisteperiode (augustus, begin september) te kennen dat ze klaar waren voor de strijd op zo’n nationale battle. De 14’50”2 van Yorick op de 5000m bijvoorbeeld is toch een parameter waar we niet omheen kunnen, en ook z’n gouden Vlaams-Brab. plak op de 1500m indoor bewijst dat het ook op de kortere afstand geen slapjanus is.

Hetzelfde geldt ook voor onze cadetten en scholieren. Zij wisten zich nog getroost door het eerst afgelaste, maar nadien toch nog opgepikte VAL-kampioenschap, doch dat is natuurlijk nog altijd geen Belgisch kampioenschap. In de winter deelden een aantal van hen nochtans al hun visitekaartje uit, denken we maar aan de uitstekende top-10 posities van Vince Van Winckel (7°in Brussel, 3° in Gooik), Liam Dreessen (9° eindplaats Brussel, zilver in Gooik) en Matthias Eeckhout (8° in Brussel bij de 2°j). En vooral deze laatste was in september klaar voor een uitstekend nationaal kampioenschapsoptreden, zuiver afgaande op z’n schitterende zilveren medaille, behaald tijdens de VAL-titelstrijd op de 3000m. Onze YA-man mag oprecht trots zijn op hetgeen hij tijdens dit bizarre seizoen heeft laten optekenen, en we kijken met veel belangstelling uit naar zijn overgang richting juniorscategorie.
Slecht één jongere deed qua ‘binnenhalen van eremetaal’ nog beter, en dat is ons supertalent Dieter Bergs. Deze sympathieke Hera-knaap had maar een handvol wedstrijden nodig om voor een grote kuis te zorgen binnen onze cadetten-clubrecordtabellen. Hetgeen hij in de Gentse indoorhal al presenteerde, was meteen van een niveau om duimen en vingers af te likken (heer en meester binnen de Vlaams-Brabantse grenzen, en meteen 2x brons op het Nationaal kampioenschap 60m en 200m !!!), en dat schepte uiteraard verwachtingen richting de zomercampagne, waar we samen met hem reikhalzend naar uitkeken. Alleen schoot daar nauwelijks wat van over …  
Naast een gesmaakt optreden voor eigen volk in Diest moest hij de verwachtingen dan maar volledig gaan inlossen op de VAL-kampioenschappen. Die kans liet hij zich niet afpakken, en met een strijdershart van het scherpste niveau legde Dieter er beslag op een gouden medaille op de 100m en fraai zilver op de 200m, al scheelde het ook daar maar op een haartje na … Hoe mooi zou het geweest zijn mocht de wind net dat tikkeltje minder z’n best hebben gedaan (2,2m/sec … dus amper 0,2 te veel…) want met zijn finaletijd van … 11”12 (11”28 in de reeks) zou hij niet alleen nog ‘feller schijnen’ in onze recordtabel, maar vooral op plaats … 3 staan in de Belgische cadettentabel … ‘aller tijden’.
Ik vermoed dat, als hij over pakweg 50 jaar, met zijn eigen kleinkinderen op de schoot, terugblikt op dat bizarre jaar 2020, deze meteen zullen vragen … ‘opa, dan was je toch ook Belgisch kampioen?' en hij dan schouderophalend snel een volgend fotoboek aanreikt, met zijn top-successen als scholier, junior en senior! Dat we hem als club daarbij gaan helpen staat als een paal boven water.

Dat geldt trouwens voor al onze cadetten en scholieren, want qua doorgroei naar de reeks die het er echt toe doet, de seniors, gaan we als club een tandje bijsteken, zoals onderstaande tabel illustreert. U ziet hier de 5 grootste clubs binnen Vlaanderen (Herentals, FLAC, wij op nummer 3, DCLeuven en AVToekomst) tijdens het voorbije atletiekjaar; met het aantal officiële borstnummers in het groen, en het aantal atleten binnen de diverse leeftijdscategorieën (jongens/meisjes). En dan merkt u dat we qua jeugd (tem scholier) voor niemand hoeven onder te doen, maar bij de juniors een iets te grote uitval kennen, waardoor ook onze seniors kwantitatief wat achterna hinken. De weder op te richten trainingstechnische commissie kan hiermee dus meteen aan de slag!

Tabel

We willen dus niet alleen Matthias en Dieter als junior en senior zien schitteren, maar ook die vele andere cadetten en scholieren, die zich stilaan maar zeker in de kijker wisten te werken voorbije seizoen. Denken we maar even aan Kamiel Van Rompaey, die zijn veelzijdigheid etaleerde door zowel in de modder van Gooik (zilver PK cross), als op de 300m Horden (43”18 op het KVV) hoge ogen te gooien. Ulrike Vandoolaeghe (zelf zilver Gooik) en Silke Uytendaele (2° bij de schol) waren getuigen van zijn sterk crossoptreden. Of een Lise Van Damme die als 1° jaars prov. kampioen 400m indoor werd, maar zich ook in de discusring weet uit te leven. Zij is één van die vele jonge atleten die de overgang naar de cadettenreeks met brio hebben doorstaan, naast een Robbe Van Rompuy (1m64 hoog, 9”95 60mH), Lotte Van Vlasselaer (fraaie 200m) en Lore Willems (direct finalist speer op KVV). Charlotte Coenen (mooi finaliste 200m KVV), Amélie Denecker (sterke hordeloopster) en Wout Van Breedam (sterk indoor) hebben natuurlijk al wat meer ervaring en ook Jonas Eelen (brons op HSS KVV Gent) krijgt al de nodige instructies mee van thuis om door te groeien op dit mooie springnummer. Onze scholiere Stien De Meyer (mooi persoonlijk meerkamprecord) was de enige scholiere die wel Belgisch kampioenschap kreeg voorgeschoteld, daar de jeugd-titelstrijd van de meerkamp gekoppeld is aan die van de seniors. En ook toen probeerde moeder natuur nog wat extra roet in het eten te gooien door storm Odette op ons af te sturen. Maar grootste slachtoffer waren al onze AMH-atleten, die hun eigen kampioenschap letterlijk in het water zagen vallen, en waar nadien ook geen nieuw initiatief voor genomen is. Gelukkig had onze sterke Petra Kerkhofs tijdens de winter (Rotselaar) al voor het nodige vuurwerk gezorgd, door een 5° KVV/Nat titel binnen te halen, waarmee ze ons absolute uithangbord blijft binnen dat schitterende Roba’s AMH-team!
Via de net genoemde Jonas Eelen is de brug naar de masters snel gemaakt, want hij kijkt met de nodige trots naar de prestaties van papa Michaël Eelen, die vooral in de winter fraai scoorde met z’n provinciale HSSprong-titel bij de M-40, en zeker met die bronzen plak op datzelfde nummer bij het kampioenschap van Vlaanderen. Zo iemand als trainer hebben, moet ongetwijfeld inspirerend werken voor de vele jonge Hera-atleten, die het beste van zichzelf willen geven aan de springbak.
Er zijn trouwens nog andere masters die zulke ‘dubbele functie’ bekleden, namelijk die van ‘atleet’ en ‘coach’. Denken we maar aan onze Vera Meuris (in Gooik nog zilver bij de W-45), Chris Wouters (eveneens 2° in Gooik, bij de M-45; alsook zilver te Lokeren op de 10km op de weg …. 34’37”95!) en Dirk Van Kerckhoven, die zowel indoor, als buiten op de piste van Ninove eremetaal behaalde op de 800m M-55. Voeg daarbij nog de blinkende medailles van zijn levenspartner Diziana Van Goidsenhoven (Goud PK indoor 800m W-45, zilver 10.000m & brons 5000m piste!) en je weet meteen dat daar het pronkkastje aan uitbreiding toe is. Ook het meubel waar Patrick Van Daele zijn trofeeën in opbergt, moet stilaan de allure van een wandkast krijgen, en vooral voorbije winter moest hij nog een extra hoekje vrijmaken voor nieuw blinkend eremetaal. Niet alleen pikte het de PK titel op de 1500m indoor mee, alsook deze van de PK cross M-55, maar vooral zijn zilveren medailles in Gent (BK 1500m), Rotselaar (KVV) en Brussel (Nat kamp) zullen we ons nog lang blijven herinneren. Deze laatste koers, die nek aan nekstrijd met rivaal Luc Van Asbroeck, was zeker een van de meest bloedstollende crosswedstrijden van het ganse voorbije winterseizoen. Z’n ultieme bekroning als eindlaureaat van de crosscup M-55 was dan ook volkomen terecht. Diezelfde eer kreeg trouwens ook onze Rita De Vries toebedeeld, maar dan bij de W-60.

In datzelfde Rotselaar mochten de thuissupporters ook nog juichen voor de bronzen plak van Paul Arnoets (M-65) en de mooie zege van Luk Leysen bij de M-70. Diezelfde Luk zou trouwens een half jaar later alweer zijn opwachting maken aan een ereschavotje, meerbepaald in Lokeren, waar hij als 2° binnen zijn categorie over de meet kwam, bij het Belgische kampioenschap 10km op de weg. Die fameuze 11° oktober waren naast Luc en de reeds genoemde Chris Wouters, nog andere ROBA-masters naar die gezellige Oost-Vlaamse stad afgezakt, en niet meteen om er maar een magere figurantenrol te gaan spelen. Zo hing er een bronzen plak rond de nek van de sterk lopende Lieselotte Beck bij de W-35 en bij atletiekgrootheid Peter De Vocht (M-60), en ons duo Veerle D’Haese (W-40) en Ine Middel (W-60) stonden zelfs geheel bovenaan te glunderen, met die welverdiende gouden plak ronde de hals. Enkelen onder hen, zoals Peter (zilver op 5000m) en Veerle (zilver 5000m) hadden voldoende vertrouwen geput uit hun optreden in Ninove (Belg kamp piste). Met 13 medailles scoorden we daar als ROBA weer erg sterk, en dat is wat ik eerder in dit overzicht bedoelde met … ‘pure promotie’ van onze mooie clubkleuren. Onze absolute nummero uno daar was alweer Joost Grymonpon, die bij de M-50 wederom bewees dat niemand van de Panne tot Arlon sneller, sterker, en vooral gedrevener is dan hijzelf op de 800m en 1500m. Hem ‘bezig zien’ op de Betekomse training dwingt gewoon respect af, zelfs al ken je niets van atletiek. Datzelfde geldt ook voor William Blancke, die vanuit onze kern Berlare-Zele geregeld fraai nieuws laat doorstromen. Zowel op 5000m (in Ninove) als op 10.000m (Braine-Alleud) gaf deze M-55’er iedereen netjes het nakijken in die 2 nationale titelwedstrijden. Hij is trouwens niet de enige master die daar bij onze Oost-Vlaamse vrienden voor het mooie weer zorgt. Ook Stefanie D’Haen (W-40) heeft zich het voorbije jaar verder opgekrikt tot een vaste waarde binnen ons master-team, met maarliefst 3x brons op een BK, netjes verdeeld over de winter (3° op de 1500m, Gent) en zomer, zijnde de 800m in Ninove, en 10.000m bij onze Waalse vrienden van Eigenbrakel. Zelfs op de steeple vielen we in de prijzen, en daarvoor konden we rekenen op Michel Ocula, die bij de M-60 2° werd op de 2000m steeple. Drie andere ROBA-masters opteerden voor het kortere werk, wat resulteerde in een zilveren positie voor Dany Cresens op de 400M M-55, en 2x brons op de 800m voor het duo Lieselotte Beck (W-35) en Katie Declerck, deze laatste bij de W-45. Ons snel even verplaatsen van die mooie tartanbaan naar het ongeziene slijkcircuit van Gooik is op papier niet moeilijk, maar in realiteit kon het contrast haast niet groter zijn. Vraag het maar even aan onze sierlijk lopende Ruth Van Campen die er bij de W-35 een zilveren medaille ging ophalen, net als Hubert Grandjean, welke fraai 2° werd bij de M-60. Danny Van Bael bleek finaal de beste bij de M-50, en ook hij wist niet wat hij meemaakte, daar in het mooie, maar qua parcours oh zo loodzware Pajottenland. Alleen beresterke atleten bleven hier overeind, en daar mogen we ook onze Hendrik Vandewaetere, brons bij de M-60, zondermeer onder klasseren.

Bij nader inzien zou onze voorzitter Dirk een tijdje ‘zoet zijn geweest’ met de kampioenenviering, mocht het COVID-virus geen roet in het eten hebben gestrooid. Ik weet niet in welk gedeelte van de Wespelaarse sporthal het zou hebben plaats gevonden, maar dat het een heen en weer lopen van succesrijke masters zou worden moge nu wel duidelijk zijn. En dan mag hij nog van geluk spreken dat éénieder slechts 1 maal naar voor wordt geroepen, en niet voor iedere behaalde medaille, want dan hield het werpers-duo Wilfried De Coster (actief bij de M75, 7x brons indoor + outdoor) en Walter de Wijngaert (dit jaar deels M-45, deels M-50) onze voorzitter minimaal een half uurtje aan de klap. Over de nationale titels, en de diverse Belgische records die onze sympathieke Walter voorbije maanden uit z’n mouwen schudde werd al volstrekt terecht uitgebreid aandacht geschonken in de verschillende wedstrijdverslagen van de voorbije maanden. Zowel indoor als outdoor verdedigde hij onze clubkleuren alweer met verve, en we mogen oprecht trots zijn om zulk figuur in ons midden te hebben. We moeten ABSOLUUT, met hoofdletters, nog meer dan in het verleden gebruik maken van zijn kennis en kunde als werpers-coach. Zijn gedrevenheid, zijn passie voor de diverse werpproeven, in het bijzonder het hamerslingeren, MOET (wederom hoofletters …) overgedragen worden op de jongeren, die kracht, coördinatie en lenigheid van moeder natuur hebben meegekregen.

‘Kennis en kunde’ mogen we niet laten liggen, en dat hoeft trouwens het ‘nog eigen actief atleet zijn’, absoluut niet in de weg te staan. Naast kennis en kunde moet immers ook de ‘passie’ worden overgedragen, en die is meestal nog springlevend bij actieve atleten die ook al jongeren of andere clubgenoten mee op sleeptouw nemen. Bij onze Yellow armada-vrienden hebben ze dat perfect begrepen, afgaande op de fraaie resultaten van bijvoorbeeld Cedric Van De Putte. Hij wist z’n successen als coach mooi in balans te houden met zijn persoonlijke ‘terugkeer’ als atleet, en dat verdient onze oprechte appreciatie.
In januari, op het KVV indoor te Gent liet Cedric al een eerste maal van zich horen (zilver op de 3000m), voor zijn vriend en clubmakker Sander Verminck (knappe korte cross in Gooik !!!) die brons pakte. Maar vooral tijdens die korte zomerfase trakteerde Cedric zichzelf op ‘bevrijdende chrono’s’ zoals die fraaie 14’17”4 tijd op de 5000m. Wat hadden we toen ook graag Wesley De Kerpel in diezelfde wedstrijden gezien, maar zijn augustus-september fase viel geheel in het water. Nochtans opende z’n fraaie winter meteen perspectieven, want Wesley wist ons supportershart te bekoren met uitstekende indooroptredens (o.m. brons op de 3000m BK, te Gent) en vooral die gouden medaille voor eigen volk in Rotselaar op de korte cross KVV. Alleen de beresterke Luikenaar Oussama Lonneux hield daar onze topper van een ‘totaal succes’.  Na Brussel, waar hij mooi 4° werd (op amper 2” van brons …) werd het stiller rond hem, en de zomer dreef voorbij zonder één lichtflits van onze man uit Heist o/d Berg. Eén zaak is duidelijk … ‘klasse komt altijd terug bovendrijven’ dus we rekenen er op hem weer snel terug aan het werk te zien. Datzelfde geldt ook trouwens voor zijn tweelingbroer Kevin. Deze liet recent weten voorlopig voor dit jaar nog geen borstnummer aan te vragen wegens gezondheids perikelen, maar voegde er netjes aan toe … ‘Hopelijk kan ik me snel terug inschrijven in de toekomst’. Beste Kevin, weet dat iedere ROBA-supporter diezelfde hoop voor 300% met u deelt.  Jongens als een Pieter Verschoren (o.m. brons op het prov kamp in Gooik) kunnen zich opkrikken aan figuren als de gebroeders De Kerpel, en samen met gasten als een Tommy Kinders, Timothy Convents (ook terug goed bezig), Ruben Van Baelen (schitterende 5000m in Diest), Michiel Nijs, Daan Coremans, en zovele anderen.
Als we al deze namen op een rijtje zetten, hadden we met vertrouwen de afstandnummers kunnen afwerken op het interclubgebeuren. En voor de kortere nummers (400m, 800m) mochten we zeker aankloppen bij gasten als een Timo Vandeuren en Jordy Schollaert, waarbij deze laatste trouwens in de winter al bewees dat de conditie op punt zou staan in mei, met o.m. een provinciale indoortitel op de 400m en een knappe finaleplaats op de 800m KVV indoor. Zelfs onze alleskunner Vincent Laporte zou op die halve fondnummers een rol van betekenis kunnen spelen, al stond zijn naam ook ongetwijfeld op het witte wedstrijdnummer van één of ander kampnummer. Samen met onze meerkamp junior Zico D’hooghe, polsstokspringer Florian De Samblanx (dit jaar 4m30 indoor en vooral 4m51 buiten !), Seppe Ceulemans (PK indoor bij het verspringen seniors en finalist BK kogel indoor) en de top-master Walter de Wijngaert zouden we ook aardig punten gescoord hebben op de verschillende spring- en werpnummers. Ook Milan De Neef was net voor de corona-uitbraak nog in goede doen (o.m prov kamp 400m indoor), en hij zou zeker één van onze tenoren geweest zijn op dat jaarlijks interclubgebeuren. Alleen heeft dat virus er geheel anders over beslist, en ondertussen weten we ook dat Milan de spikes aan de haak heeft gehangen. Het ‘heilig vuur’ was wat verdwenen, zei hij ons, en dan wordt het natuurlijk moeilijk om op niveau te blijven, zeker op zo’n bikkelhard nummer als de 400m. Bijzonder spijtig, maar wij dienen, net als z’n enthousiaste ouders, dat te respecteren, en hem in alle vriendschap … ‘alle succes’ toe te wensen in alles wat hij nog op zijn pad tegenkomt. En mocht het vuur op een bepaalt moment toch terug aanslaan, dan moet Milan weten dat onze deur altijd voor hem open zal staan.

We eindigen met de dames, vooral omdat heel wat onder hen zich absoluut niet lieten muilkorven door die virusellende. Als we zagen met welk enthousiasme dames als een Lise Van Casteren, Merel Geerts (o.m. 4’44”18 op 1500m) en Liselot Smolders (fraaie 2’14”13 op 800m) er tegen aan gingen tijdens die korte zomerfase, wisten we meteen dat de resultaten niet konden uitblijven. Ook Josephine Rondelée en Elien Osselaer (o.m finale 1500m indoor) lieten zich niet kisten door al die terechte beperkende maatregelen. Atletiek beoefenen betekent zo en zo ‘inzet’, ‘planning’, ‘doelen stellen’ en vooral … ze proberen te ‘realiseren’ of ‘bijstellen’ … en dat maakt ons mogelijk net iets meer gewapend tegen de ‘plotse leegte en verwarring’ die vele mensen nu treffen of ervaren. Atletiek staat immers gelijk aan … nu en dan een nederlaag of tegenslag incasseren, weer uit een dal kruipen, om nadien extra te kunnen genieten. Er staan op het juiste moment, pieken net op de dag dat de prijzen worden verdeeld… daar beulen we ons voor af, de rest van het jaar. Over ‘pieken’ gesproken, niemand kan dat beter dan onze Katelijne Lyssens. Net op de dag dat ook zij hun nationale titelstrijd (sorry juniors…) mochten afwerken in het mekka van de atletiek schudde onze dame uit Rillaar haar beste jaarprestatie (51m48) uit haar mouwen, en dat was meteen goed voor de gouden medaille. Sietske Lenchant, die in de winter nog brons pakte op het Nat kamp indoor bij het kogelstoten, was er als de kippen bij om haar clubvriendin te feliciteren. Deze nationale toppers zijn van goudwaarde voor onze club, alleen al door een inspiratiebron te zijn voor onze andere dames. Denken we maar aan een Inge Bellemans, die zowel indoor (prov kamp 60mH, finalist 60mH Nat kamp) als op de buitenpiste ons kippenvel bezorgde. Finaliste op de 100mH in het Koning Boudewijnstadion, en een tijd van 13”82 op het grote uitslagenbord laten projecteren … hoe mooi kan atletiek toch zijn … Ook haar geslaagd optreden in Diest zullen we niet snel vergeten. Charlotte Kinable (goud op het prov kamp indoor 60m 7”92) was daar eveneens van de partij, en was samen met al de aanwezigen getuige van de afscheidskoers van Lien Andries. Nog zo’n dame (zie het extra artikel van destijds) die enorm veel betekend heeft voor onze club, en dat in de toekomst nog zal doen, zoveel is duidelijk. Een allerlaatste interclubdeelname, waar ze altijd zo van hield, was haar dus niet gegund.
Ook hier hadden we zeker geen mal figuur geslagen. Op de kampnummers, spurt en halve fond zaten we zeker veilig, met al de net vernoemde vrouwen, en daar mogen we zonder verpinken nog onze polsstokvrouw Kato Gevaert aan toevoegen, die aan deze technische stand nog eens uitpakte, en dat voor eigen volk, in Betekom.  
Maar ook op de langere afstanden hebben we voldoende ijzers om in het vuur te leggen. Onze Jolien Vandemoortele gaf zowat gans de winter (o.m zilver in Gooik) blijk van een parate conditie, en ook haar optreden in Eigenbrakel (finaliste 10.000m) mocht meer dan gezien worden. Dat Karen van Proeyen een beresterke dame is bewees ze voorbije zomer door in de Franse Vogezen een bergloop van 33km af te werken in minder dan 3u! (2u59’54”). Dat deze topprestatie werd beloond met een WK-selectie voor deze discipline (in Lanzarote) biedt perspectieven voor volgend seizoen! En nu we het toch hebben over een ‘WK-selectie’ … is de link met de volgende dame natuurlijk meteen gemaakt. Nina Lauwaert verdedigde immers al onze nationale kleuren in het Noord-Poolse Gdynia op het wereldkampioenschap halve marathon, en deed dit bijzonder succesrijk … 38° in een persoonlijk record van 1u11’33. Het was meteen haar 2° koers op enkele weken tijd waarbij een wereldrecord werd verbeterd. In hetzelfde Brusselse stadion waar ze eerder tijdens het Belgisch kampioenschap iedereen het nakijken gaf op de 5000m, was ze één van de nationale blikvangers op de ‘speciale versie’ van de Memorial Ivo van Damme. Doel van haar optreden was het 17 jaar oude Belgische record uit de tabellen te ranselen, en ook hier zou onze top-dame uit St Niklaas geen half werk afleveren. Na welgeteld … 17km315 hoorde ze het verlossende schot weerklinken, en was één van haar zwaarste opdrachten ooit alweer netjes voltooid. Tussendoor pikte ze ook nog op de 10 km titelrace op de weg in Lokeren de zilveren plak mee.  
Net voor het afwerken van dit overzicht ‘medaillewinnaars’ stuurde Nina nog een uitslag door vanuit de mooie Duitse cultuurstad Dresden. Daar werkte ze, in haar verdere opbouw naar een latere marathon, nog even netjes een halve marathon af. Ze werd er mooi 3°, in een tijd van 1u12’08.
Geen toptijd gaf ze meteen zelf mee, maar zeker ingecalculeerd, gezien de voorbije zware trainingsweken, alsook de wedstrijdomstandigheden (hele tijd alleen moeten lopen en 8,5 toertjes draaien in het park zonder supporters). ‘Onderhouden van wedstrijdritme’ noemen ze dat, maar vooral ook inzet en karakter. 1600km in een mobilhome … om in dit moeilijke jaar toch voldoende wedstrijdkansen en prestaties te kunnen neerzetten.

Beste Lezers, ik weet niet of we deze recente koers van Nina nu als de 1° wedstrijd van het nieuwe seizoen moeten beschouwen, of nog net als de laatste van het vorig seizoen …
We hebben stiekem maar voor die 2° optie gekozen, zodat we meteen met een ‘ongeschreven blad’ het nieuwe seizoen kunnen aanvatten … waarin we AL onze atleten, van klein tot groot, niet alleen een zo snel mogelijk ‘zorgeloos’ nieuwjaar willen toewensen, maar daarenboven een hopelijk … sportief hoogstaand jaar …

Groeten,
rudy